Sinds de uitbreiding van de overeenkomst in januari 2021 bestaat het zorgtraject in de Appelboom uit verschillende modules waarbij naast intensieve revalidatie van het kind ook sterker wordt ingezet op begeleiding van het gezin en ruimere context (via mobiele en ambulante begeleiding).

Module 1: aanmelding en intake.

De aanmelding van het kind gebeurt telefonisch op initiatief van de ouders of van de betrokken hulpverleners (CLB, multi-functioneel centrum, kinderpsychiatrische dienst, centrum voor observatie en behandeling, dienst voor vroeg- en thuisbegeleiding, centrum voor geestelijke gezondheidszorg, centrum voor ontwikkelingsstoornissen, huisarts, kinderarts, kinderpsycholoog, kinderpsychiater, …).

Meer informatie vinden jullie op onze website bij aanmelding.

 Module 2: voortraject met contextbegeleiding.

Tijdens het voortraject vindt er wekelijks een contact plaats met het kind, gezin en/of ruimere context (gedurende een periode van ongeveer 6 maanden). Een voortraject met contextbegeleiding zorgt dat de gezins- en schoolomgeving al vertrouwd zijn met de basisvaardigheden in de behandeling en revalidatie van een kind met een complexe vorm van autisme, nog vóór de effectieve opname in de Appelboom. De huidige wachttijden worden zo overbrugd in samenwerking met bestaande aanbod van thuisbegeleiding, CAR, school i.c.m. ondersteuningsnetwerk, begeleiding in buitengewoon onderwijs. Daarnaast is het ook een periode van oriëntering. Aan de hand van de kennis die opgedaan wordt doorheen het voortraject wordt bepaald of het kind in aanmerking komt voor verdere behandeling in de Appelboom. Indien we doorheen het voortraject immers merken dat de reeds aangeboden handvaten voldoende zijn, nemen wij het kind niet verder op in onze dagbehandeling.

In het voortraject zijn verschillende disciplines betrokken. De maatschappelijk werker nodigt de ouders uit in de Appelboom voor een gesprek rond een aantal praktische zaken (afspraken doorgeven, aanvraagformulier voor tegemoetkoming van de behandeling, wet van de Privacy, goedkeuring tot toedienen medicatie bij koorts, …) en rond andere mogelijke tegemoetkomingen die ouders kunnen aanvragen (zoals een begeleiderspas, hulpmiddelen, …). De orthopedagoge/psychologe heeft ongeveer wekelijks een contactmoment met het kind, gezin of ruimere context (met het oog op het vormen van een brede beeldvorming, het informeren en eventueel het installeren van auti-specifieke handvaten). Observatie van de thuiscontext en de natuurlijke interactiepatronen, psycho-educatie, het uitwerken en aanleren van ondersteunende communicatie, het leren structuur en duidelijkheid aanbieden, werken aan afgebakende doelstellingen, ouder-kind sessies houden volgens ESDM of Impact-principes ondersteunen ouders in belangrijke mate bij de (vaak moeilijk verlopende) dagelijkse opvoeding van hun kind. Naar het einde van het voortraject bereidt de orthopedagoge/psychologe de start in de Appelboom voor door middel van één of enkele wenbezoekjes in de leefgroep waarin het kind zal starten. De kinderarts voert in het voortraject een medische screening uit bij het kind en is in de mogelijkheid om dan reeds het kind medisch op te volgen (bv. medicatie, slaapproblemen, …). Op indicatie wordt eventueel ook een van de therapeuten betrokken, bv. logopediste of ergotherapeute.

 Module 3: dagopname met outreach.

Na het voortraject start het kind met zijn/haar dagbehandeling in de Appelboom (frequentie: 5 dagen per week). De dagopname van het kind bestaat uit een multidisciplinaire behandeling, zowel binnen de autisme-specifieke leefgroep als individuele en groepstherapieën. Verdere ondersteuning van gezin en context gebeurt zowel via oudergesprekken, via ambulante begeleiding (ouder(s) komen ter plaatse in de Appelboom) als via mobiele begeleiding (outreach). In 2019-2020 werd een pilootproject opgestart met uitbouw van outreach. Dit werd nadien definitief verankerd in onze werking dankzij de uitbreiding van onze overeenkomst sinds begin 2021.

 Module 4: natraject met consolidatie in de context.

Na het ontslag van het kind start het natraject, waarin het kind, het gezin en de school opgevolgd worden via maandelijkse contactmomenten (bv. huisbezoek, klasbezoek, …). Dit gebeurt voornamelijk door de volgopvoedster, maar ook de orthopedagoog/psycholoog kan betrokken worden. Medische aspecten (bv. medicatie) kunnen in het natraject worden opgevolgd door de kinderarts.

Het natraject zorgt er voor dat de bereikte winst in functioneren voor langere periode geconsolideerd wordt in de thuis- en schoolomgeving. De doelstelling van de revalidatie is integratie naar huis en onderwijs. Na de revalidatieperiode wordt het merendeel van de kinderen georiënteerd naar een het onderwijs (meestal buitengewoon onderwijs), een kleiner deel naar een schoolvervangende dagbesteding. De opgenomen kinderen hebben nood aan een aangepaste, auti-specifieke omgeving en hebben zelf vaardigheden aangeleerd om hun deficits op te vangen (bv. alternatieve communicatie, gebruik dagbord en stappenplan, …). Transfer en onderhoud van deze aangeleerde vaardigheden zijn zeer belangrijk, zowel naar de thuissituatie als de nieuwe (school of andere) omgeving. Om dit proces te initiëren en te bestendigen willen we tijdens een natraject de handvaten en opgedane kennis rond het kind concreet en ter plaatse mee integreren in de nieuwe omgeving van het kind.

 Module 5: casemanagement en opvolging

De toename aan diversiteit in het aanbod binnen de Appelboom, een goede schakeling tussen de verschillende modules en afstemming hiervan met het bestaande aanbod buiten de Appelboom, vraagt om een goede regie van zorg.

Continue opvolging van de evolutie van het kind en zijn omgeving doorheen het voorgestelde traject. Er wordt voorzien in een evaluatie van o.a. evolutie van ontwikkeling van het kind, verdere noden van kind en gezin, opstellen van nieuwe behandelingsdoelstellingen, aanpassing van behandelmodaliteit, tevredenheid, …

Tijdens het traject van het kind zal er op de schakelmomenten voorzien worden in een assessment en verdere opvolging van de belangrijkste functiedomeinen van het kind.

Het assessment en verdere opvolging zal gebeuren aan de hand van een wetenschappelijk gevalideerd instrumentarium. Het zal de behandelaars toelaten om de behandeling maximaal af te stemmen op de noodzaak van elk individueel kind. Het zal ons eveneens toelaten om, na aggregatie en analyse van de gegevens van alle kinderen, te leren uit de verzamelde informatie: op welke punten kan ons klinisch beleid worden bijgestuurd i.f.v. een betere outcome. Idealiter kunnen we uit die oefening enkele hypotheses formuleren ifv een prospectief wetenschappelijk onderzoek bij deze populatie.