Behandelingskader

Uitgangspunten en tevens sterktes van De Appelboom steunen op de overtuiging dat goede zorg start met persoonlijke betrokkenheid, wetenschappelijk onderbouwd is, steunt op jarenlange opgebouwde deskundigheid inzake autisme en georganiseerd wordt in nauwe samenwerking met de ouders, verwijzers en relevante derden. De Appelboom focust zich op de groeimogelijkheden i.p.v. op de beperkingen van het kind (De Appelboom, 2010).

In het behandelingsmodel van het revalidatiecentrum De Appelboom worden zes belangrijke theoretische en onderzoekstromingen geïntegreerd:

  1. onderzoek naar de organische etiologie van autisme
  2. (sociaal-)cognitieve ontwikkelingstheorieën over het psychologisch basisdeficit bij autisme
  3. de educatieve benadering van autisme TEACCH en de gedragsmatige benadering ABA,
  4. de systeemtheoretische en -therapeutische visie
  5. persoons- en ervaringsgerichte therapieën.
  6. Eclectische toepassing van modellen en benaderingen

Hieronder worden voor elk van die onderzoekstromingen enkele basisreferenties weergegeven en wordt bondig de invloed van elke stroming op het behandelingsmodel van De Appelboom samengevat.

Medisch-biologische onderzoekingen naar de etiologie van autisme.

Een eerste onderzoeksstroming die het behandelingsmodel van De Appelboom in belangrijke mate heeft beïnvloed, zijn de medisch-biologische onderzoekingen naar de etiologie van autisme. Sinds het begin van de jaren zeventig werd door neuroanatomisch, neurofysiologisch, neurochemisch en genetisch onderzoek herhaaldelijk en onweerlegbaar aangetoond dat autisme een organisch (en geen psychogeen) bepaalde stoornis is (Bailey, Phillips & Rutter, 1996; Schopler & Mesibov, 1987). In het behandelingsmodel van De Appelboom vertaalde zich dit enerzijds in het nastreven van optimale ontwikkeling van het kind met autisme door opvoeding, onderwijs en de begeleiding aan te passen aan zijn of haar specifieke deficits en leerstijl eerder dan het nastreven van genezing door psychotherapie. Anderzijds wordt veel belang gehecht aan een uitgebreide medische exploratie van de opgenomen kinderen naar organische etiologie.

(Sociaal-)cognitieve ontwikkelingstheorieën

Ten tweede is het behandelingsmodel van De Appelboom sterk beïnvloed door de recente (sociaal-) cognitieve ontwikkelingstheorieën over het onderliggende psychologische basisdeficit bij autisme. Het gaat om de ‘theory of mind’-hypothese (Baron-Cohen, Tager-Flusberg & Cohen, 1993; Viding & Blakemore, 2007), de ‘central coherence’-hypothese (Booth & Happé, 2010; Frith, 1996; Noens & van Berckelaer-Onnes, 2008) en de ‘executive functioning’-hypothese (Hill, 2004; Russell, 1997; Smidts & Huizinga, 2011). Die drie theorieën stellen dat specifieke cognitieve deficits aan de basis van de verscheidenheid aan autistische symptomen liggen, maar verschillen in hun opvatting over de precieze aard van die afwijkende autistische denkstijl. Het uitgangspunt bij de behandeling van kinderen met autisme in De Appelboom is dan ook dat autisme primair een stoornis in betekenisverlening of informatieverwerking is. Oefen- en behandelingsprogramma’s die rechtstreeks ingrijpen op het veronderstelde autistische basisdeficit nemen in het behandelingsmodel van De Appelboom een centrale plaats in.

Educatieve benadering van autisme: TEACCH / ABA

Een derde belangrijke invloed is de educatieve benadering van autisme, gericht op optimale ontwikkeling van het kind door aanpassing van opvoeding en onderwijs aan de specifieke tekorten en leerstijl van dat kind met autisme. Deze benadering werd exemplarisch vormgegeven in het TEACCH-programma (Treatment and Education of Autistic and related Communication handicapped CHildren), een omvattend en levenslang programma en netwerk van voorzieningen voor de behandeling en opvoeding van personen met autisme dat nu reeds 30 jaar geleden door Eric Schopler en zijn team werd uitgebouwd in de Amerikaanse staat North Carolina. De essentie hiervan is het – na een zorgvuldige ontwikkelingsdiagnostiek – aanleren van de voor dat kind meest functionele vaardigheden op een geïndividualiseerde en autismespecifieke manier (Schopler, 1997; Schopler, Mesibov & Hearsey, 1995; Mesibov & Shea, 2010). Een belangrijk hulpmiddel hierbij is het gebruik van visuele verheldering: voorwerpen, foto’s, prenten of geschreven taal visualiseren de opeenvolgende dagactiviteiten (dagschema), uit te voeren opdrachten (werkschema) of uit te voeren deelhandelingen van een taak (taakschema) of worden gebruikt als ondersteunend of vervangend communicatiemiddel. Zowel de omgeving (structuur in ruimte) als wat en wanneer (structuur in de tijd) wordt zo voorspelbaar mogelijk gemaakt. Om de transfer van aangeleerde vaardigheden naar andere contexten en bovenal de thuissituatie te bevorderen, wordt intensieve samenwerking met de ouders noodzakelijk geacht (Mesibov, Shea & Schopler, 2004). De TEACCH-benadering werd door Theo Peeters (1994) in Vlaanderen geïntroduceerd. Uit die benadering werden in De Appelboom de auti-didactiek (autisme-specifieke onderwijsmethode) en het belang dat wordt gehecht aan autisme-specifieke aanpassingen aan en verheldering van de omgeving overgenomen.

De gedragsmatige benadering ABA of Applied Behavioral Analysis is een manier om vaardigheden in kleine stapjes aan te leren volgens een gestructureerde methode. Deze methode is uitgedacht door de Amerikaan Ivar Lovaas. Binnen De Appelboom worden de principes van goed gedrag belonen en negatief gedrag negeren dagelijks toegepast in verscheidene leersituaties. Elke vaardigheid die aangeleerd moet worden, wordt in kleine stapjes geleidelijk aan opgebouwd, tot de vaardigheid gekend is. Dan wordt de transfer gelegd naar andere personen en/of situaties binnen De Appelboom en uiteindelijk naar de thuissituatie. Verschillende materialen worden binnen deze methode gebruikt met o.a. het PECS systeem van onze communicatietraining. Het Picture Exchange Communication System is ontwikkeld door A. Bondy en L. Frost, om personen met ASS te helpen bij het verwerven van communicatieve vaardigheden (Bogdashina, 2006). Het communicatiesysteem is gebaseerd op het uitwisselen van afbeeldingen. In De Appelboom wordt de methode aangepast aan het communicatieniveau van het kind. Het doel van de training is om het kind de mogelijkheid te geven om wensen duidelijk te kunnen maken aan zijn communicatiepartner. Het kind leert om zelf initiatief te nemen in het contact met anderen en niet te wachten op de vraag/aanwezigheid van een communicatiepartner alvorens te kunnen communiceren (Schipper & Huskens, 2002).

Ook andere ABA-principes als manding (goed vraaggedrag aanleren), prompting (hulp geven en afbouwen) en shaping (steeds meer moeten doen om te krijgen wat je wil) worden regelmatig gebruikt in de diverse leersituaties (Caroline Peters, 2015).

Systeemtheoretische en -therapeutische benadering

Een vierde bron waarop de behandeling in De Appelboom zich baseert, is de systeemtheoretische en -therapeutische benadering (bv. Hendrickx, Boeckhorst, Compernolle & van der Pas, 1991). Deze benadering gaat ervan uit dat het kind met autisme nooit alleen verantwoordelijk is voor problemen of gebrek aan verandering. De omgeving of de context waarin het kind functioneert, speelt ook een belangrijke rol. Deze benadering kent verschillende stromingen met pioniers als Boszormenyi-Nagy, Haley, Minuchin en Satir.  In het werken met de gezinnen van het kind met autisme wordt in De Appelboom de systeemtheoretische visie aangehangen met veel aandacht voor het systeem waarin het kind opgroeit (gezin, familie en breder netwerk met alle onderlinge wisselwerkingen) en de ‘goodness of fit’ tussen kind en omgeving.

Persoons- en ervaringsgerichte benadering

De vijfde theoretische stroming die mee aan de basis ligt van het behandelingsmodel van De Appelboom is de persoons- en ervaringsgerichte benadering (Rogers, 1961) ook wel cliëntgerichte benadering genoemd. Aan die benadering worden de basisfilosofie van vertrouwen in de intrinsieke groeimogelijkheden van elke persoon – ook de persoon met autisme – ontleend, de therapeutische grondhoudingen van onvoorwaardelijke aanvaarding, positieve gezindheid en empathie, het therapeutisch gebruik van de spontane interesses en gedragingen van het kind, zoals door Jordan en Powell (1995) en Quill (1995) voor kinderen met autisme werd uitgewerkt, de aandacht voor de belevingswereld van kinderen met autisme en het belang dat wordt gehecht aan de opbouw van contact (of betrokkenheid op de ander).

Eclectische toepassing van modellen en benaderingen

Binnen de Appelboom streven we ernaar om de verschillende technieken uit de sociale, cognitieve en gedragsmatige benaderingen te integreren. Evidence-based behandelmethodes allerlei worden toegepast, zo ook het recent in België geïntroduceerde ESDM (Sally Rogers & Geraldine Dawson, 2011).